Illustratie: Senne Trip
Het lampje van de slaapcabine springt op groen, waarna de doorzichtige kap langzaam open schuift. Emly wordt wakker en ademt diep in. Ze wrijft in haar ogen, gaapt uitgebreid. Op de achtergrond klinkt wat alleen maar omschreven kan worden als saunamuziek. Ze rekt zich uit. Die eerst rek moet goed gebeuren, alle ledematen tegelijk aanspannen en dan weer rustig laten zakken. Als die eerste rek niet lekker is, heb je een rotstart. Dan kun je maar beter weer gaan slapen. Emly’s eerst rek is lekker.
‘Goedemorgen,’ mompelt de wekbot die langzaam door de ruimte zweeft.
Emly gaat rechtop zitten. Ze kijkt opzij en ziet de slaperige gezichten van haar ouders die ze de vorige keer niet direct herkende. Nu gelukkig wel. Haar moeder fronst met waterige spleetoogjes haar kant uit.
‘Morgen,’ kraakt Emly.
Dan kijkt ze naar de slaapcabine boven haar en klopt met ongekende energie tegen de onderkant, tot de cabine begint te grommen.
‘Laat je zus rustig wakker worden,’ waarschuwt haar vader.
Ochtendhumeuren heersen in de familie van haar moeder die nu, zo te zien, weer is gaan liggen.
Emly stapt uit het langwerpige ei en strijkt haar pyjama glad. Ze haalt een hand door haar bruine haar, maar krijgt haar vingers niet door het plakkaat op haar achterhoofd. De wekbot komt stilletjes haar kant op gezweefd met een ochtendjas om de metalen arm. Emly trekt de witte ochtendjas aan die voelt alsof je een schaap aantrekt.
Haar zus is uit de slaapcabine geklommen en steekt waarschuwend haar hand op. Ze loopt richting de wascabines. Emly herkent haar wel, maar weet gewoon even niet meer hoe ze heet. Ze noemt dit: ochtenddementie.
Samen met de rest van de winterslapers uit sectie J5 loopt Emly met haar ouders naar het ontbijt. Ze rent vooruit, kijkt achterom, schreeuwt: ‘Zombies!’ en rent naar hun tafel. Zo druk doen mag als je nog jong bent. Emly begint zoals elk seizoen graag met een zoet ontbijt.
‘Kijk,’ haar zus stoot haar aan, ‘De buurman heeft nog steeds een kater.’
Hun buurman is zolang ze hem kennen al getekend met diepe rimpels, onder elk oog een walletje, en een kromme rug. Maar nu lijkt het een stuk erger dan voor hij ging slapen, en dat is toch wel de verkeerde volgorde.
Ze giechelen.
Emly kijkt naar haar zus.
‘Elsie?’
Haar zus reageert niet en kijkt om zich heen.
‘Waar is Ries?’ vraagt ze.
Hun buurjongen die nog niet knap te noemen is, maar toch interessant genoeg om af en toe mee te stoeien, zit niet naast de buurman aan tafel. Emly haalt haar schouders op en legt nog drie scones op haar bord.
‘Gefeliciteerd,’ klinkt de nasale stem van het computersysteem, ‘door jullie is er zes maanden geplakt aan het uiterst nuttige bestaan van de mensheid op aarde. We beginnen meteen met de afwezigen, dan zijn we daar vanaf.’
Emly flatst een grote schep cream op haar scone en doet er nog een schepje jam overheen. Als ze hapt glijdt het van haar kin op haar schone kleren. Haar vader ziet het niet, hij kijkt gespannen naar de buurman.
‘Van sectie J5 blijven slapen: Hanneke Dorstman wegens een teveel gebruik van exotische producten. Mensen, één avocado per week is meer dan genoeg.’
Iedereen kijkt naar de lege stoel van Hanneke Dorstman en richt daarna hun blik op Hannekes vrouw die, als een exotische wraak, haar best doet zoveel mogelijk avocado’s naar binnen te werken.
‘Ook Alfons Brommelerer laten we plat liggen wegens het leveren van een te minieme bijdrage aan de gemeenschap. Eigenlijk heeft hij ons werk bezorgd. Veel werk. Misschien maken we hem nooit meer wakker.’
Instemmend geroezemoes over Alfons laait op in de zaal.
‘Tenslotte blijft Ries van Dinkel doorslapen omdat meneer het nodig vond om illegaal films te downloaden.’
Aan de overkant van de ontbijttafel begint de buurman te jammeren.
‘Wij hebben een hartstikke mooie filmbibliotheek aangelegd,’ vervolgt de computerstem, ‘Alles wat je kunt bedenken is er.’
‘Hij keek inderdaad wel veel films,’ beaamt Emly’s zus, Frida?
Emly knikt. Vorige zomer liet Ries haar in het geheim fragmenten zien van een film waar hij ‘heel erg zijn best voor had moeten doen’. Emly vond het niks, zij kijkt liever naar zombies.
‘Jullie moeten niet stiekem films kijken. Dan gaan al onze algoritmes naar de knoppen en voor je het weet worden er films geproduceerd waar niemand op zit te wachten. En dat hebben jullie dan aan jezelf te danken.’
Het gekerm aan de overkant gaat verder. Emly’s vader houdt de buurman een boterham met pindakaas voor, maar die wordt met een dramatisch gebaar weggeslagen. Op tafel, pindakaaskant naar beneden.
De ontbijttafel is stilgevallen. Sommige mensen schuiven zachtjes hun stoel naar achter om stiekem weg te lopen. Emly en haar zus wisselen een blik. Anya! Nee, niet Anya. De buurman leunt met zijn hoofd op tafel. Emly’s moeder legt haar hand op zijn schouder, maar haalt deze er ook meteen maar weer vanaf.
‘Ja, heel vervelend allemaal. We gaan verder met de laatste ontwikkelingen: wie is er momenteel aan de macht? Welke groenten zijn succesvol nagebootst? En wat zijn eerste speculaties voor het eindfeest? Maar eerst: konijnen. Het beest is uitgestorven.’
‘Lana?’
‘Ja?’
'Niks.'
EINDE